Bijlage 1a: Financieel beeld
In de Stadsbegroting 2023 – 2027 schreven we al dat we in onzekere tijden leven. Hoewel sommige thema’s meer uitgekristalliseerd zijn houdt de onzekerheid aan. Het grote verschil met vorige jaar is dat, als het gaat om het financieel perspectief, het beeld somberder is geworden.
Voor een belangrijk deel zijn de stijgende rente en prijzen hiervan de oorzaak. Maar, ook het rijk heeft onlangs via hun Voorjaarsnota aangegeven dat de terugval van het gemeentefonds vanaf 2026 maar deels wordt gerepareerd. Het rijk repareert € 1 miljard, terwijl de totale terugval vanaf 2026 in het gemeentefonds € 3 miljard per jaar is.
Deze ontwikkelingen maken dat we uit moeten gaan van financiële krapte. Vooralsnog is deze becijferd op zo’n 6 miljoen euro structureel, zonder inhoudelijke knelpunten en intensiveringen:
Programmabegroting; * € 1 miljoen | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
---|---|---|---|---|---|
Stadsbegroting 2023 - 2026 | 0,0 | 0,0 | -3,4 | -3,4 | |
Autonome ontwikkelingen | -1,5 | -1,5 | -1,5 | -0,1 | |
Rente ontwikkeling | -4,9 | -6,3 | -8,1 | -9,1 | |
Ontwikkeling gemeentefonds: | |||||
- septembercirculaire 2022 | sept.circ. 2022 | 1,1 | 1,7 | 12,9 | 2,0 |
- € 1 miljard uit 2026 wordt structureel | voorjaarnota rijk | 10,9 | |||
- volume groei op basis BBP | voorjaarnota rijk | 1,5 | |||
- gedeeltelijke compensatie prijsstijgingen 2022 | voorjaarnota rijk | -2,0 | -2,0 | -2,0 | -2,0 |
Herstel reservering voor volumegroei zorg | -4,5 | -6,0 | |||
Totaal | -7,3 | -8,1 | -6,6 | -6,2 |
De toelichting op de individuele regels is als bijlage 1b opgenomen.
In bovenstaand beeld wordt vooruitgelopen op de ontwikkelingen van het gemeentefonds. Dit op basis van de voorjaarsnota van het Rijk. Met de meicirculaire over het gemeentefonds kunnen we beter bepalen hoe de verschillende effecten voor Nijmegen gaan uitpakken. In het beeld missen ook inhoudelijke knelpunten, intensiveringen, voordelen en mogelijke besparingen. Dit heeft te maken met het karakter van het koersdocument. Het nu opnemen van deze informatie brengt het risico met zich mee dat het debat gaat over individuele posten en onvoldoende koers oplevert voor de afwegingen met de Stadsbegroting.
Naast de programmabegroting heeft ook het weerstandsvermogen aandacht nodig. In de Stadsrekening 2022 heeft u kunnen lezen dat op termijn de risico’s groter zijn dan de saldireserve. Volgens de normen die zijn opgenomen in de kadernota risicomanagement en weerstandsvermogen is dit ongewenst.
Voor de grondexploitaties is een knoppentableau in de maak waarmee afwegingen over risico’s en verliesvoorzieningen gemaakt kunnen worden.
In het financieel beeld zijn financiële ontwikkelingen opgenomen waar een grote mate van zekerheid over is. Maar, zoals aan het begin van dit deel is aangegeven, zijn er vele onzekerheden. Belangrijke onzekerheden zijn in onderstaande tabel opgenomen.
Onzekerheden |
---|
Jeugdzorg: (financiële) effectenhervormingsagenda / afspraken rijk |
Beschermd wonen |
Impact stijgende prijzen en rente op partners in de stad |
Verdere uitrol nieuw verdeelmodel gemeentefonds |
Financiering lokale overheden (gemeentefonds) vanaf 2027 |
Lokaal belastinggebied |
Grondexploitaties |
In de Stadsbegroting 2024-2027 zal, daar waar relevant, aangegeven worden hoe deze onzekerheden een plek hebben gekregen.
Voorstel Financiële koers
Het college hecht aan het op orde zijn van de (meerjaren-) begroting en het weerstandsvermogen. Het college zal na de zomer daarom een sluitende Stadsbegroting 2024 – 2027 aanbieden. Uitgangspunten voor de begroting zijn:
- Sluitende begroting
- Het realiseren van onze ambities uit het coalitieakkoord, zoals geland in de begroting;
- We gaan projecten/activiteiten temporiseren;
- We kijken naar alle activiteiten en heroverwegen of deze nog voldoende bijdragen aan onze ambities;
- Gemeentelijke inkomsten worden niet extra verhoogd;
- De financiële spelregels die wij hebben afgesproken en de wettelijke financiële richtlijnen.
Het college kan zich voorstellen dat in zeer specifieke situaties van bovenstaande uitgangspunten wordt afweken. Het college steunt bijvoorbeeld de inzet van de VNG om de in de voorjaarsnota opgenomen voorstellen voor het gemeentefonds te verbeteren. Wanneer deze inzet concreet resultaat oplevert dan is het college van mening dat hiermee gerekend kan worden. Het alternatief, het inboeken van ombuigingen, is dan onwenselijk.
Het college wil duidelijk zijn dat het afwijken van de uitgangspunten alleen met de juiste argumenten kan en niet als een gemakkelijke oplossing wordt gekozen om tot een sluitende begroting te komen.