Praktische afspraken voor de Stadsbegroting 2024-2027

Praktische afspraken voor de Stadsbegroting 2024-2027

In de voorgaande hoofdstukken hebben we de beoogde koers geschetst als  bouwsteen voor onze begroting.
Daarnaast is voor nu de vaststelling van een aantal grondslagen en uitgangspunten nodig om de begroting te maken. Deze zijn hieronder opgenomen.

 
Doelenboom

Voor de Stadsbegroting 2024 – 2027 stellen we voor om de doelenboom beperkt te actualiseren voor de onderdelen waar dat strikt noodzakelijk is. Dat geeft meer tijd voor een meer fundamenteel gesprek over hoe we onze beleidsambities en doelen kunnen koppelen aan geld, daarmee de stuurinformatie verder te verbeteren en de bijdrage die de doelenboom daaraan kan leveren. Daarom stellen we voor om dit proces na de zomer te starten, gericht op invoering in de Stadsbegroting 2025. Overigens verwachten wij nog een initiatiefvoorstel over de indicatoren die de Raad in de Stadsbegroting en Stadsrekening wil opnemen. Wij gaan er daarbij vanuit dat het initiatiefvoorstel goed is te vertalen naar een plek in deze documenten.

Aanpassingen taakvelden in programmastructuur

Vorig jaar zijn nieuwe voorschriften gepubliceerd voor het aanleveren van financiële informatie aan het rijk (de IV-3). Aanleiding voor de nieuwe voorschriften is dat de bestaande uitvraag op de beleidsvelden WMO en jeugd als te grofmazig wordt ervaren.  De ministeries BZK en VWS hebben daarom een uitwerking gemaakt, waarbij de vijf taakvelden voor individuele voorzieningen WMO en jeugd worden opgedeeld in negentien nieuwe taakvelden.
Naast de nieuwe taakvelden zijn er verschuivingen tussen taakvelden en hebben twee taakvelden een nieuwe naam gekregen. Deze wijzigingen zijn opgenomen in de bijlage ‘Aanpassingen taakvelden ’

Vorig jaar is in de Stadsbegroting 2023 -2026 hierover het volgende opgenomen:

Impact op de programmastructuur en financiële huishouding van Nijmegen
De wijziging van de taakvelden heeft ook gevolgen op de eerder door de Raad vastgestelde programma- en productenstructuur. De onderverdeling van de programma’s is namelijk gebaseerd op de taakvelden van de BBV. Om de gevolgen van de aanpassingen goed in beeld te brengen is meer tijd nodig we komen daarom uiterlijk tijdens de voorbereiding op de Stadsbegroting 2024, terug op de consequenties voor de financiële huishouding van Nijmegen.  

Belangrijke reden om de voorgeschreven taakvelden als bouwstenen voor de programma’s te gebruiken is dat deze groepering gevoerd moet worden. Een andere groepering daarnaast is per definitie extra werk. Daarom het voorstel om de aanpassingen in de voorgeschreven taakvelden ook door te voeren in de huidige programmastructuur.

Overigens wordt de indeling de komende periode nog verder ‘fijn geslepen’ door de ministeries.

Indexeringen en aantallen Stadsbegroting 2024 – 2027

Indexeringspercentages

Op grond van het centraal economisch plan (cep) van het centraalplan bureau (cpb) komen we tot de volgende indexeringscijfers voor de komende Stadsbegroting:

jaarschijf 2023

 Indexering 2024

(t.o.v 2023)

loonsom

7,80%

9,20%

materieel

8,50%

0,90%

CPI (inflatie)

8,50%

1,90%

Gemengd (subsidies, verbonden partijen)

8,00%

6,40%

Vorig jaar zijn de jaren 2024 en later geïndexeerd op basis van het cep uit het voorjaar 2022. Jaarschijf 2023 is bijgesteld op basis van de augustusraming van het cpb. Dit betekent dat de indexering 2024 ten opzichte van de oude stand in 2024 anders is dan de indexering die in 2023 is gebruikt.
De indexeringspercentages zijn hoog, gemiddeld ongeveer 8%. De bedragen die met de indexeringen zijn gemoeid zeer dan ook fors. Het gaat om een toevoeging van circa € 50 miljoen aan de begroting. Normaliter gaat het om € 10 tot € 15 miljoen

Uitgangspunt is dat de indexering budgettair neutraal is. Op grond van inschatting wat via het gemeentefonds gecompenseerd gaat worden is dat ook bijna het geval. Een eerste berekening laat een nadeel zien van € 1,5 miljoen. Overigens weet we dit pas zeker met de komende meicirculaire.

Aantallen inwoners en woningen

In de begroting wordt gerekend met de ontwikkeling van de woningbouw en het aantal inwoners. Hiervoor gebruiken we cijfers van Onderzoek en Statistiek en het programma Wonen. Deze aantallen worden onder meer gebruikt voor de ramingen van de belastingopbrengsten. Voor de raming van het gemeentefonds gebruiken we de uitgangspunten die het ministerie van Binnenlandse Zaken gebruikt in haar verdeelmodel.

Stadsbegroting 2024 - 2027

2023

2024

2025

2026

2027

Woningbouwproductie in jaar:

Bestaande stad

650

350

500

600

500

Waalfront

250

200

200

150

100

Waalsprong

250

500

900

900

700

Totaal Woningbouwproductie

1.150

1.050

1.600

1.650

1.300

Verschil ten opzichte van Stadsbegroting 2023 - 2027

-450

600

650

1.300*

Aantal inwoners per 1-1

182.500

183.700

185.100

186.300

187.500

Toename inwoners

1.200

1.400

1.200

1.200

1.200

*In de Stadsbegroting 2023-2026 was nog geen raming opgenomen voor 2027.

Deze pagina is gebouwd op 06/19/2023 11:34:09 met de export van 06/05/2023 15:39:49